Langdurige Zorg in België: een snelle analyse van de OESO-studie
- emiliewillems6
- Jan 13
- 2 min read
Langdurige zorg (LTC) voor ouderen wordt steeds belangrijker in een vergrijzende samenleving. De recent gepubliceerde studie van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), "Is Care Affordable for Older People?", biedt waardevolle inzichten in hoe verschillende landen hun LTC-systemen beheren. In deze blogpost analyseren we de positie van België, vergelijken we deze met andere landen en bespreken we de belangrijkste bevindingen uit het rapport.
Toegang tot formele zorg
Uit de OESO-studie blijkt dat in België 53% van de ouderen (65+) met langdurige zorgbehoeften toegang heeft tot formele zorg [1], waarvan 20% institutionele zorg ontvangt. Dit percentage ligt boven het OESO-gemiddelde van 37%, maar onder de koplopers zoals Nederland (66%). De hoge toegang tot LTC-diensten in België weerspiegelt de sterkte van het zorgsysteem, hoewel het aandeel institutionele zorg lager blijft.

Financiering en betaalbaarheid
In Vlaanderen worden enkele LTC-voordelen zoals de zorgbudgetten verstrekt op basis van inkomensafhankelijke criteria. Dit model minimaliseert het risico op armoede. Daarnaast benadrukt de studie dat in de meeste OESO-landen, inclusief België, de kosten van thuiszorg bij ouderen met ernstige zorgbehoeften hoger zijn dan de kosten van een verblijf in een
woonzorgvoorziening. In de meeste OESO-landen, waaronder België, liggen de out-of-pocketkosten voor residentiële zorg (bijvoorbeeld een verblijf in het woonzorgcentrum) onder het nationale mediane inkomen.
Armoederisico's
Volgens het rapport hebben ouderen in België een relatief lager verhoogd armoederisico in vergelijking met sommige andere OESO-landen. De sociale beschermingsmaatregelen, zoals de zorgbudgetten en toegankelijke residentiële zorg, helpen om het armoederisico bij ouderen te beperken. Bovendien tonen de bevindingen aan dat de armoedereductie na langdurige zorg (LTC) in België uniform verdeeld is over verschillende leeftijdsgroepen, wat een stabiele impact heeft op het verminderen van economische kwetsbaarheid bij ouderen.
Daarentegen blijkt uit het rapport dat er in veel andere OESO-landen, zoals Luxemburg en Denemarken, een sterkere armoedereductie is voor specifieke groepen, zoals de oudste ouderen (80+). Hoewel België goed scoort in termen van toegankelijkheid en betaalbaarheid van zorg, blijven er volgens de onderzoekers verbeterpunten, zoals de verdere optimalisatie van kostenverdeling en het aanpakken van armoede bij kwetsbare subgroepen.

Innovatieve woonvormen
België loopt voorop met het bevorderen van levensloopbestendige huisvesting. Deze aanpak biedt ouderen een betaalbare en ondersteunde woonomgeving, wat LTC-kosten kan verlagen. Hoewel dit model veelbelovend is, blijft het aandeel van ouderen dat hiervan gebruikmaakt relatief beperkt.
Conclusie
België presteert goed in vergelijking met veel andere OESO-landen. Het zorgsysteem biedt een hoge mate van toegankelijkheid en beperkte financiële lasten voor gebruikers. Toch zijn er verbeterpunten, zoals het vergroten van de efficiëntie van subsidies en het stimuleren van innovatieve woonvormen.
De bevindingen van de OESO benadrukken het belang van een proactieve aanpak om de betaalbaarheid en duurzaamheid van LTC in België verder te verbeteren.
Bron: OECD Health Policy Studies, "Is Care Affordable for Older People?" (2024).
[1] In het rapport betekent 'formele zorg' specifiek zorg die wordt verstrekt door organisaties of professionals die vaak worden betaald via publieke of private middelen. Dit staat in contrast met 'informele zorg', die door familieleden, vrienden of vrijwilligers wordt geleverd en meestal onbetaald is. Formele zorg omvat zowel medische als niet-medische ondersteuning, afhankelijk van de behoeften van de persoon.
Comments