Het Vlaams Onafhankelijk Zorgnetwerk (Vlozo) startte het nieuwe jaar met een nieuwe Gedelegeerd Bestuurder aan het roer. Kristof D’Exelle nam op 5 januari 2021 het roer over van Peter Marquebreuck en kijkt vooruit. Hoe ziet hij de toekomst van de Vlaamse ouderenzorg en van Vlozo. Lees het interview hieronder.
“Wegen op de ontwikkeling van de ouderenzorg in Vlaanderen naar de toekomst toe”
Kristof, je bent ongeveer vijf maanden aan de slag bij Vlozo en toch al Gedelegeerd Bestuurder? Het gaat snel.
Zeer snel, onverwacht ook. Toen ik op 1 september jl. begon bij Vlozo als Stafmedewerker Ouderenzorg had ik voor alle duidelijkheid geen ambities of verwachtingen in deze richting. Peter Marquebreuck was Gedelegeerd Bestuurder van Vlozo, hij deed dat goed en mijn opdracht bestond erin de Raad van Bestuur, het Directiecomité en hem te ondersteunen.
Het feit dat ik vandaag Gedelegeerd Bestuurder ben heeft alles te maken met het feit dat Peter in december de beslissing nam om in te gaan op een concrete jobaanbieding buiten Vlozo. Daarop besloot de Raad van Bestuur mij ‘ad interim’ het veld in te sturen om de continuïteit van Vlozo te waarborgen. Een opdracht die ik met veel plezier en overtuiging aanvaardde.
Een onverwachte wending dus. Hoe ga je daarmee om, plots de leiding overnemen van een koepelorganisatie als Vlozo die ongeveer 200 woonzorgcentra als lid heeft?
Het is natuurlijk niet zo dat ik plotseling elke dag het warm water moet heruit vinden. Vlozo bestaat ondertussen bijna dertig jaar. Er is een goed functionerende Raad van Bestuur en Directiecomité. Ook vertrok mijn voorganger niet van de ene dag op de andere zonder een uitgebreide overdracht van informatie te organiseren. En natuurlijk was ik als stafmedewerker sowieso al nauw betrokken bij het uitzetten van de inhoudelijke lijnen van Vlozo. Ik was met andere woorden goed vertrouwd met de operationele en inhoudelijke werking van de organisatie.
Tijdens mijn eerste weken als Gedelegeerd Bestuurder zette ik prioritair in op zoveel mogelijk regelmatig en individueel contact met de leden van het Directiecomité en de Raad van Bestuur. Zij zijn immers mijn rechtstreekse link met de dagdagelijkse realiteit op de vloer van onze leden en de beste garantie dat Vlozo niet ten prooi valt aan het ‘ivoren toren-syndroom’. Ik ben van mening dat je – zeker in deze COVID-19 tijden – onmogelijk de belangen van je leden kan verdedigen als je onvoldoende op de hoogte bent van hoe het er echt aan toegaat bij de leden.
We zeiden het eerder al, je bent relatief nieuw binnen Vlozo, binnen de sector van de private woonzorginstellingen. Wie is Kristof D’Exelle?
Ik ben een historicus van opleiding, geboren, getogen en nog steeds wonende in Vlaams-Brabant, samen met mijn echtgenote. Professioneel was ik de afgelopen 15 jaar vooral actief als raadgever Welzijn – in de brede zin van het woord – en Armoedebestrijding van een aantal volksvertegenwoordigers en staatssecretarissen / ministers op achtereenvolgend Brussels, Vlaams en federaal niveau. Tussen 2018 en september 2020 was ik actief als beleidsmedewerker van een Centrum Algemeen Welzijnswerk (CAW). Waarna ik solliciteerde bij Vlozo om vervolgens aangenomen te worden als stafmedewerker Ouderenzorg.
Veel beleidservaring dus maar geen concrete ervaring als het gaat over woonzorgcentra?
Vandaar dat ik – zoals ik daarnet al zei – de afgelopen weken voldoende tijd nam om af te spreken met de individuele leden van het Directiecomité om net die vinger aan de pols te houden. Eenmaal het terug mogelijk is, is het ook mijn vaste voornemen om een aantal keer per maand een paar van onze leden te bezoeken om zo voldoende voeling met de realiteit op te bouwen en aan te houden.
En die vinger aan de pols, die voeling, is cruciaal, zeker in deze COVID-19 tijden. De door de overheden uitgevaardigde richtlijnen naar de woonzorgcentra toe vertrekken ongetwijfeld vanuit oprechte bezorgdheden en goede bedoelingen. Laat daar geen twijfel over bestaan. Maar die richtlijnen houden soms onvoldoende rekening met het feit dat er achter de statistieken mensen zitten. En dan is een botsing tussen de goede bedoelingen van de overheden en de operationele grenzen en emotionele draagkracht binnen de woonzorgcentra al snel een feit. Het is dan ook mijn opdracht als Gedelegeerd Bestuurder van Vlozo, samen met de vertegenwoordigers van de andere koepels, de realiteit van het terrein te vertalen en te verdedigen naar onze overheden toe om zo de richtlijnen effectief en werkbaar te houden voor iedereen, de bewoners, de medewerkers en de bezoekers.
Eén uitdaging ligt sowieso voor de hand maar wat zijn volgens jou de drie belangrijkste uitdagingen voor Vlozo in 2021?
Ik wil het voor de verandering eens niet over COVID-19 hebben. Die uitdaging is duidelijk.
Om te beginnen zie ik een operationele uitdaging. Vlozo heeft, door een onvoorziene samenloop van omstandigheden, een jaar achter de rug met behoorlijk wat personeelswissels. Op dat punt mikken we in 2021 niet alleen op stabiliteit en een nieuwe volwaardige Gedelegeerd Bestuurder. Ook wordt er nagedacht over een uitbreiding van de staf. Dit in combinatie met de aanstelling van een nieuwe Raad van Bestuur en Directiecomité in maart betekent dat de interne rolverdelingen en de wijze waarop vandaag alles afgestemd is op mekaar moet geëvalueerd en eventueel bijgestuurd worden.
Het resultaat hiervan moet een koepelorganisatie zijn die operationeel én inhoudelijk klaar is om de komende jaren het cruciale debat over de toekomst van de ouderenzorg in Vlaanderen succesvol te voeren met de verschillende partners. En dit is wat mij betreft de tweede belangrijke uitdaging. We moeten onze visie, ons inhoudelijk verhaal, verder verbreden, verdiepen en continu aanscherpen met ‘facts and figures’. Zo kunnen en zullen we – in naam van onze leden – wegen op de ontwikkeling van de ouderenzorg in Vlaanderen naar de toekomst toe.
Tenslotte ben ik ervan overtuigd dat een koepelorganisatie als Vlozo zich anno 2021 niet meer kan permitteren om relatief afwezig zijn in het publieke forum. De stem van onze leden vertolken in allerlei overlegorganen is en blijft natuurlijk onze ‘core business’ maar we mogen ook de publieke opinie niet vergeten. De onterechte negatieve beeldvorming rond ‘commercialisering van de zorg’ is hier een mooi voorbeeld van. In plaats van steeds te reageren op negatieve berichten in de media – wat we vandaag doen – lijkt het mij beter proactief in te zetten op het vertellen van ons verhaal en dit verhaal te verspreiden via klassieke en sociale media.
Hoe zien de komende weken en maanden er uit voor jou?
Ik heb in ieder geval één zekerheid. Om te beginnen zal mijn agenda de komende weken ongetwijfeld nog gedomineerd worden door COVID-19, de vaccinaties van bewoners en medewerkers bij onze leden en de gestage uitrol van versoepelingen in de woonzorgcentra éénmaal de tijd er rijp voor is.
Wat mijn positie binnen Vlozo betreft is er onzekerheid en zekerheid over de komende weken en maanden. Onzekerheid omdat het momenteel nog niet duidelijk is hoe snel er een volwaardige Gedelegeerd Bestuurder zal aangeworven worden en kan starten. Ik hoop snel en ik ben er zeker van dat de Raad van Bestuur alles op alles zet om dit te verwezenlijken. En zekerheid vanwege mijn ingesteldheid en overtuiging vandaag. Ik voel me goed binnen Vlozo en ik zal mij blijven inzetten ter verdediging van de belangen van onze leden. De komende weken, maanden en hopelijk jaren.
留言